opdrachten module 2 – Vorming, Veiligheid & Verwachtingen

In deze module grijpen we meteen de belangrijkste aspecten aan die zorgen voor een leerklimaat voor je leerling dat resultaat boekt. Het leerklimaat dient zo ingericht te zijn dat de leerling in staat is zich te ontplooien binnen een veilige setting op een prettige manier. Over leren en motivatie zijn veel theorieeen geschreven. De motivatie om leerlingen aan het leren te krijgen varieren van straffen (minst effectief) tot belonen (wel op de juiste manier) tot begeleiden (wat is dat precies) tot mindgrowth-coachend werken.

Werkt nu alles voor iedereen? Nee.

Zijn er elementen te noemen die universeel geldig zijn die een geschikt leerklimaat vormgeven? Ja.

Te weten: 

  • Veilig leerklimaat
  • Helderheid in de verwachtingen van de docent naar de leerling.
  • Instructies die passend zijn bij het niveau en level van de leerling waarbij de voorgaande punten verwerkt zijn.

Vorming, Veiligheid & Verwachtingen

Bij vorming denk ik aan een kneedbare massa, zoals deeg. Maar ook aan het prachtige proces wat er speelt tussen leraar en leraar wanneer de verstandhouding goed is. Woorden, gesprekken, de rust en ruimte die bij het lesgeven aanwezig zijn; al deze elementen maken dat een (jonge) musicerende persoon, geïnspireerd raakt om beter te worden in datgene waar hij voor komt: muziek maken in al zijn facetten.

Veiligheid is in mijn optiek het allerbelangrijkste element in een les. En dient ten allen tijden gewaarborgd te worden. Veiligheid is de poort naar een open geest. Wanneer je leerling zich veilig voelt is hij of zij bereid om over innerlijke grenzen heen te stappen om zo tot innerlijke groei te komen. De persoonlijkheidsontwikkeling is niet los te knippen van de ontwikkeling in het musische vak.

Wat betekent dat, veiligheid?

Uiteraard is er sprake van fysieke veiligheid. Wanneer het noodzakelijk is een leerling aan te raken, bijvoorbeeld om een spiergroep aan te duiden of te laten voelen, dient dit vanuit een uiterst zorgvuldige en respectvolle manier te gebeuren.

Veiligheid komt ook terug in de manier waarop je je woorden kiest om een leerling te corrigeren of om te vertellen waarom een bepaalde frase of passage niet goed is.

Hieronder staan een paar woorden, die in zichzelf een trigger hebben voor bepaalde gevoelens. Doe deze oefening intuïtief. Wat je nodig hebt is 5 minuten tijd, een plek waar je even rustig bij jezelf kan zijn en pen en papier.

Oefening Triggerwoorden.

Setting: stel je voor, je bent leerling. Je hebt net ongelofelijk je best gedaan om iets mooi voor te spelen op je instrument. Het was zeker niet vlekkeloos, maar je hebt de sfeer al aardig weten neer te zetten. Vol verwachting kijk je naar je docent. Hoe die reageert.

Hieronder staan twee reacties van een docent. Beschrijf in 5 woorden na het lezen hoe jij je VOELT.

Reactie van Docent 1 – Gaby:

“Ik kon de melodielijn niet helemaal volgen. Vorige keer heb ik ook al gezegd dat je op de passage harder moet studeren. Je moet de adempauzes beter inhouden, zoals ik al eerder zei.“

1.

2.

3.

4.

5.

Reactie van Docent 2 – Taty:

“Wel done. Mooie sfeer. Ik vond vooral dit motief goed uitgewerkt. Deze verfraaiing hoort niet bij deze stijl, maar is goed uitgevoerd. Komt zo aan bod. Hier zit een technisch probleem. Dat werken we later uit. En op deze plek kan je beter uitademen in plaats van in, dan haal je deze passage beter.”

1.

2.

3.

4.

5.

Pak nu de beschrijving van de eerste docent – Gabriele en werk deze om naar een reactie die vanuit dezelfde positieve lijn en sfeer geschreven is, zoals de tekst van Gaby. En doe het ook andersom, maak van de Taty reactie een negatief sfeerbeeld, zodat je weet hoe dat werkt in je hoofd 😉

Deze mag je mailen naar office@zilverzout.nl

Voor nu:

Welke van de twee reacties motiveert je om meteen aan het werk te gaan om het beter te laten worden waar je mee bezig bent? En waaraan ligt dat nu precies?

Bij feedback geven op een gespeeld stuk of een etude, of welk onderdeel dan ook in de muziekles, is een eerste punt van aandacht het verschil tussen oordelen of reflecteren.

Beiden hebben te maken met informatieverstrekking aan de leerling, zodat deze verder kan groeien en ontwikkelen.

Een oordeel geeft een deel van jou mening weer. Je voegt aan de gehoorde informatie – de muziek of de opmerking – een stuk toe vanuit jou persoonlijke invulling en verwachtingen. Het “Oor-Deel” – het deel achter het oor – het brein – waar jou persoonlijke inlevingen en meningen wonen.

Bij reflectie probeer je zo objectief mogelijk te beschrijven wat je hebt waargenomen. Zowel positief als negatief. Dit is een veel makkelijker manier van aanvaarden van correctie op je handelen als leerling, aangezien er geen persoonlijke en gekleurde informatie te filteren is uit de gesproken woorden.

Ga kort na van de onderstaande uitspraken of ze beoordelend of reflectief van karakter zijn:

1) Dat heb je goed gedaan.

2) Dat is niet correct, lees eens mee en kijk eens naar deze opbouw.

3) Deze noot is fout.

4) Hier moet je minder pompen in je ademhaling.

5) Deze frase is te romantisch gespeeld.

6) Ik zei al eerder dat je hier een extra reserve moet inbouwen. Anders haal je die loopjes niet.

7) De structuur van het stuk staat als een huis.

8) Ik kan je gedachtegangen niet volgen.

9) In de improvisatie mis ik een spannende opbouw.

10) Graag spelen met meer ritmiek en beat.

Een van de meest belangrijke elementen om een leerling goed te begeleiden, is het creëren van de juiste sfeer van verwachting, waarbij de instructies glashelder en klaar dienen te zijn. Dit lijkt een open deur, is het bij muziek maken vaak niet.

Kijk naar de onderstaande zinnen. Het zijn zinnen die aan het einde van de les in het huiswerkboekje verschijnen:

1) Voor volgende week, etude 1 helemaal afmaken.

2) Voor de volgende keer doen we het stuk helemaal.

3) Concertrijp, ok? Dus standard 1 en etude 2.

4) Van Bach de eerste bladzijde en van Mozart tot de sequens.

Bovenstaande instructies zijn voor mij zonder context onvolledig.

Want wat is etude 1 helemaal? Moet ik het dan in een moordend tempo kunnen? Of mag ik hakketakkend lezend erdoorheen? Moet het foutloos? Of maakt het niet uit? Op welke manier wil je dat ik het speel? Moet ik het spelen in concertstijl? Of enkel dat ik met mijn hoofd alles kan volgen? Gaat het erom dat ik mijn notenlezen op pijl krijg? Of moet ik het kunnen en kennen?

“Een etude drie keer achter elkaar foutloos kunnen spelen in tempo X”. Dat is een concrete instructie.

Opdracht:

Maak van zinnetje 2,3,4 ook concrete aanwijzingen en instructies. Ik kan ook zeggen; maak per opdracht helder wat je verwacht.

1

Vormingsopdracht module 2

Voorbereiding:

zoek een rustige plek, met je favoriete muziek binnen handbereik. Zorg dat je ene half uur niet gestoord kunt worden. Telefoons, facebook etc uit. Probeer een relaxte droomsfeer voor jezelf te creëren.

Extra tip voor jou van mij 😉

Neem het begrip leraar breed. Het kan namelijk ook een kroegbaas geweest zijn die op een van je gigs een slimme opmerking maakte of een stagemanager die je iets leerde ;-)​​​

  • Denk terug aan de periodes in je leven dat je les had. Maakt niet uit welke les. Schrijf intuïtief op welke plekken daarbij horen. Welke lokalen, welke scholen, land, stad, waar? Schrijf minimaal 3 en maximaal 5 plekken op. 
  • Kijk naar het lijstje van je les-locaties. Geef per plek kort in twee woorden de sfeer weer. En wat je daarin beviel, wat je mee wilt nemen. 
  • Kijk naar het lijstje van je les-plekken. Geef per plek aan wat de meest fijne, goede, toffe leraar was voor jou, en ook welke niet.
  • Plak per docent drie steekwoorden erop. Werk associatief. 
  • Zet nu al je bevindingen bij elkaar en bekijk je lijstjes. Deze punten ga je meenemen je eigen leertraject in.
2

Opdracht leerstijlen: hoe leer jij? 

ieder persoon is uniek, het zal je dan ook niet verbazen dat een ieder een geheel eigen manier van leren heeft. Ook in het muziekveld. Er zijn wel categorieën aan te duiden in de manieren waarop mensen leren. Sommigen hebben behoefte aan prikkels van de tastzin. Denk aan de ijsberende denker die met een pen loopt te klikken. Of juist aan een sprekende docent, waar je lekker in het verhaal mee kan gaan. De ‘goeie’ geschiedenis leraar van vroeger. Weer anderen willen juist alles in beelden aangereikt krijgen. Anderen alles in tekst. Sommigen zijn echte ploeteraars en prutsers. Je kent het wel. mensen die zichzelf 6 keer onderbreken terwijl ze ene muziekstuk moeten spelen. Die zichzelf van commentaar voorzien terwijl ze op de pianokruk zuchtend en steunend proberen de noten door te worstelen. Of juist de stille lijdende, die verkrampt in lijf en adem om zo de noten partituur meester te worden. Allemaal verschillende uitingen van een en hetzelfde: hoe krijg je dat warrige hoofd zover te doen wat jij wilt dat er gebeurd, en dat dan ook nog eens omzetten naar muziek graag. Gaan we allemaal nog op in. Voor nu is het belangrijk dat jij zelf weet wat voor een type leerder jij zelf bent. En dat je snapt wat voor andere typen leerders er zijn. Om je veld te vergroten van begrip voor de stoere leerlingen die in je praktijk komen ;-0  

  • Schets je eigen optimale leeromgeving. Hoe ziet het eruit? Wat staat er in de ruimte? Wat is de lichtinval? Hoe ruikt het er? waarop zit je? Welke materialen heb je ter beschikking? Schrijf / associeer deze vragen vrijelijk op een a4-tje. 
  • Doe de leerstijlen-test. Gewoon nu. Is ca 5 minuten werk! Hier is de link: 
  • Leerstijlen test van kolb
  • Lees de begeleidende teksten over leerstijlen. Probeer in je eigen omgeving te zoeken naar iemand die aan die omschrijving voldoet. Dat is makkelijk wanneer je les gaat geven 😉 

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *