opdrachten module 3 – Leertechnieken, Intenties, ideeen

In deze module gaan we kijken naar leertechnieken. Welke manieren van leren zijn er? En welke daarvan kan je inzetten bij het werken met muziekeducatie? Ook hier is het van belang dat je kijkt naar je eigen favorieten en toppers. Wanneer je zelf goed in beeld hebt hoe je leert, kan je beter spiegelen en analyseren bij je leerling waar die op vast loopt.

1

Opdracht leertechnieken

Leertechnieken – Hoe werkt dit bij muziek?

Leertechnieken zijn manieren, strategieën zo je wilt, om je stof en kennis eigen te maken. In de algemene docentenopleidingen, denk aan Pabo’s of aan de Hogescholen waar je in een vak docent kunt worden, is dit in de huidige curriculae een vast onderdeel.

Ik zet hieronder een paar Leertechnieken op een rijtje. Zodat je een beeld krijgt wat dat is en hoe dat werkt.

Activeren >>> Wanneer je stof tot je neemt die nieuw is, is het handig om te zoeken naar ankers, waar je het geleerde aan kan koppelen. Ofwel, check of er voorkennis aanwezig is over het onderwerp waarmee je aan de slag gaat.

Bewerken >>> Wanneer je de stof hebt laten zien / proberen, ga je de leerling aan t werk zetten. Bewerk het materiaal tot er een eigen idee of versie van is.

Controleren >>> Nakijken of de stof op de juiste wijze doorgedrongen is.

Een muzieklesvoorbeeld.

Leeftijd: 4 jaar

Thema: ritme leren klappen, vierkwarts maat

Doel 1: besef creëren van de vier tellen in de maat op de muziek

Doel 2: een goeie vierkwarts maat kunnen klappen, en ook met accenten op de 1 en de 3 of op de 2 en de vier geven.

Spullen: blokjes en rammels en dergelijke. Eventueel klappen en stampen wanneer er geen spullen zijn.

Start:

Activeren Voorkennis

Jullie zijn hoe oud? Vier jaar!

Oke, dat is prima en fijn.

Tel er eens heen?

1-2-3-4

Ok. En dan nu een paar keer achter elkaar.

Kan je het ook zo, dat je erop kan lopen?

Loop maar eens het ritme. Gewoon achter elkaar.

Bewerken

Ik ga tellen, 1-2-3-4-.

Jullie kiezen een van die getallen. Welk kies jij? En jij?

Nu klap je allen op die die je zelf gekozen hebt.

Controle

Alle jongens met een spijkerbroek doen de 1, alle meisjes de 2, alle blauwogigen de 3 en iedereen de 4. Klaar? 4 vooraf.

Opdracht:

Maak een voorbeeld van een abc-tje, het gaat om hetzelfde, dus ritme van 4 tellen uitleggen en kies nu een leeftijd van 14 jaar.

– Activeren

– Bewerken

– Controle

Andere leertechnieken:

Je hebt leertechnieken die te maken hebben met de omgeving en de timing van het leren. Alle onderdelen die te maken hebben met het disciplineren van leerlingen om te studeren, leerplek, het recht op herrie mogen maken in huis, elke dag studeren, ja ook als….

De kat dood is / Opa jarig is / Je geen zin hebt / Je niet naar school was etc etc…

Dus: bespreken met je studenten

1) De leerplek

2) het recht op herrie maken thuis, dus wanneer er gestudeerd wordt graag geen telefoontjes en andere opdrachten / afwassen / huiswerk etc / wat dan gedaan moet worden.

3) De tijd die ze moeten studeren

4) De timing / plek op de dag waarop ze dat doen

5) Het belang van studeren versus vrij spelen

Je hebt leertechnieken die volledig te maken hebben met de binnenwereld en belevingswereld van je leerling. Hierop ligt in deze cursus de focus. Lastig hieraan is, dat ik niet in ene hoofd kan kruipen, enkel je technieken kan aanreiken om je leerling zo goed mogelijk te lezen. En om zo goed mogelijk een jargon met zin tweeën uit te vinden waarmee je over het schone doch abstracte vak muziek kunt spreken.

Ik kom dan meteen uit bij visualisatietechnieken. Hiermee kan je beelden plakken op de verschillende frasen en zinnen die in de muziek verstopt zitten.

Visualisatie wil zeggen dat je met je fantasie en je mind en innerlijke oog aan het werk gaat om de klankwereld te voorzien van beeld. Jou beeld als muziekmaker. Op die wijze is een eerste aanzet gegeven om het immer drukke hoofd, je mind, aan het werk te zetten om tot een dieper laag te komen tijdens het spelen van muziek: je belevings en gevoelswereld.

Een muziekles voorbeeld:

Leeftijd: 16 jaar

Doel: improvisaties maken die om aan te horen zijn. Het materiaal dat gebruikt is zijn de pentatonische ladders op de piano. Het klinkt houterig, niet lekker. De vingers willen wel, maar het is geen lekker geheel.

Breek de impro op in stukken.

Een kop, midden, staart.

Begin bij het einde.

Vraag je leerling: wat is de sfeer die je wilt dat je toehoorder meeneemt als die je gehoord heeft?

– Melancholisch.

– Droevig.

Begin daarmee. Ga vanuit die sfeer de improvisatie in elkaar zetten. Zoek naar de klanken in het palet van de pentatoniek die past. Onthoud dan een of twee combinaties die bewust ingezet kunnen worden.

Dan de kop.

Vraag je leerling: wat is de sfeer als we beginnen? Regelmatig wordt een stuk improviserend gestart, zonder dat de toehoorder uitgenodigd wordt de speler te leren kennen. Het gaat dan te snel over naar de melodische lijnen bijvoorbeeld. Dus nogmaals het effect van een intro uitleggen kan dan geen kwaad.

Dan het middendeel.

Wat wordt de climax?

Bespreek dit. En maak daar een vast anker van naar toe gewerkt wordt. Hoe is de lijn opgezet? Welk ritme is hier aan de orde?

Nu worden alle stukken aan elkaar geplakt. De leerling krijgt dan als huiswerk mee om een verhaal, letterlijk, te bedenken wat als kapstok dient om de improvisatie aan op te hangen, uit te werken en te kunnen onthouden.

Opdracht:

Leeftijd: 10 jaar

Doel 1: het opgegeven stuk moet meer swing krijgen en inhoud.

Doel 2: het opgegeven stuk moet uit t hoofd geleerd worden.

Maak een les-opzet voor deze twee lesdoelen waarbij je abc en visualiseren combineert!

Deze stuur je naar: office@zilverzout.nl! Ik kijk ze voor je na!

2

Intentie…De kracht van het woord.

Wanneer je een persoon wilt bereiken, en zeker wanneer het een leerling betreft is woordkeuze een van de elementen waarmee je je leerling wint of verliest. Dat winnen of verliezen slaat op het openen en coachbaar maken van de mind van de leerling. Hoe krijg je het voor elkaar dat je discipel je vertrouwt? En dan ook nog eens gaat doen wat je zegt? Zonder dat jouw autoriteit als docent in het geding is, noch zijn waardigheid en autonomie van de persoon in kwestie?

Sommige woorden, die we gewend zijn te gebruiken om op ene zekere en snelle wijze een beeld te schetsen van een situatie, zoals een journalist wellicht zou doen, zijn bijzonder ongeschikt voor leerling / docentgesprekken.

Ik denk dan aan de woorden als:

# Waarom Wanneer Want Wie Wat. In mijn jargon W5 genoemd.

Al deze woorden hebben een specifieke tweede lading in zich verstopt, die wij collectief hebben geadopteerd in de loop der tijd.

Kan jij ze raden?

Combineer de volgende zinnen met de achterliggende / onderliggende lading van de W5 woorden. Het gaat je waarschijnlijk makkelijker af dan je denkt!

1) Waarom?

2) Wanneer?

3) Want?

4) Wie?

5) Wat?

a. Op autoriteit van?

b. Dus een heleboel keren niet…

c. Dit is namelijk mijn oordeel over je.

d. Als je dit niet doet, gebeurt er dus zus en zo.

e. Heb je het niet begrepen?

Oplossingen: (e/5 – d/3 – c/1 – b/2- a/4)

Heftig he? Dat die W-woorden zoveel lading met zich mee dragen. Gelukkig zijn er uitstekende alternatieven.

Je mag weer raden:

1) Waarom?

2) Wanneer?

3) Want?

4) Wie?

5) Wat?

a. Hoe kan het dat…

b. Hoe zeiden we dat ook weer?

c. Welke persoon vertelde je dat?

d. De reden dat je dit zo speelt is?….

e. Hoe vaak…

Oplossingen:

(e/2-d/3-c/4-b/5-a/1)

Op de een of andere manier is de ‘hoe’ constructie een mildere manier om uitdrukking te geven van kritiek / het is makkelijker om een negatieve boodschap ermee te communiceren.

Opdracht:

Herschrijf de onderstaande 5 zinnen zo, dat ze W-woorden-loos zijn.

1) Waarom heb je niet gestudeerd?

2) Welke methode heb je gebruikt om deze passage te oefenen?

3) Wat is de manier voor inslijpen bij jou?

4) Wanneer ga je die opdracht uitwerken?

5) Wie is de stoorzender bij jullie thuis?

De intentie die je in de woorden stopt die je kiest voor communicatie maken of breken dus de relatie naar je leerling!

3

Instructie en ideeën…

Wanneer je een persoon wilt bereiken, en zeker wanneer het een leerling betreft is woordkeuze een van de elementen waarmee je je leerling wint of verliest. Dat winnen of verliezen slaat op het openen en coachbaar maken van de mind van de leerling. Hoe krijg je het voor elkaar dat je discipel je vertrouwt? En dan ook nog eens gaat doen wat je zegt? Zonder dat jouw autoriteit als docent in het geding is, noch zijn waardigheid en autonomie van de persoon in kwestie?

Sommige woorden, die we gewend zijn te gebruiken om op ene zekere en snelle wijze een beeld te schetsen van een situatie, zoals een journalist wellicht zou doen, zijn bijzonder ongeschikt voor leerling / docentgesprekken.

Ik denk dan aan de woorden als:

# Waarom Wanneer Want Wie Wat. In mijn jargon W5 genoemd.

Al deze woorden hebben een specifieke tweede lading in zich verstopt, die wij collectief hebben geadopteerd in de loop der tijd.

Kan jij ze raden?

Combineer de volgende zinnen met de achterliggende / onderliggende lading van de W5 woorden. Het gaat je waarschijnlijk makkelijker af dan je denkt!

1) Waarom?

2) Wanneer?

3) Want?

4) Wie?

5) Wat?

a. Op autoriteit van?

b. Dus een heleboel keren niet…

c. Dit is namelijk mijn oordeel over je.

d. Als je dit niet doet, gebeurt er dus zus en zo.

e. Heb je het niet begrepen?

Oplossingen: (e/5 – d/3 – c/1 – b/2- a/4)

Heftig he? Dat die W-woorden zoveel lading met zich mee dragen. Gelukkig zijn er uitstekende alternatieven.

Je mag weer raden:

1) Waarom?

2) Wanneer?

3) Want?

4) Wie?

5) Wat?

a. Hoe kan het dat…

b. Hoe zeiden we dat ook weer?

c. Welke persoon vertelde je dat?

d. De reden dat je dit zo speelt is?….

e. Hoe vaak…

Oplossingen:

(e/2-d/3-c/4-b/5-a/1)

Op de een of andere manier is de ‘hoe’ constructie een mildere manier om uitdrukking te geven van kritiek / het is makkelijker om een negatieve boodschap ermee te communiceren.

Opdracht:

Herschrijf de onderstaande 5 zinnen zo, dat ze W-woorden-loos zijn.

1) Waarom heb je niet gestudeerd?

2) Welke methode heb je gebruikt om deze passage te oefenen?

3) Wat is de manier voor inslijpen bij jou?

4) Wanneer ga je die opdracht uitwerken?

5) Wie is de stoorzender bij jullie thuis?

De intentie die je in de woorden stopt die je kiest voor communicatie maken of breken dus de relatie naar je leerling!

4

Hoe leer jij? Leertechnieken en onderzoek naar je eigen studeermethodes

Ieder mens heeft zijn eigen wegen om kennis eigen te maken, zeker ook wanneer je met muziek bezig bent.

Stel jezelf eens de volgende vragen, neem de tijd en ontdek wat jou eigen unieke strategieën zijn die je in de loop der jaren hebt ontwikkeld:

1) Hoe bereid je je voor wanneer je een volledig nieuw stuk moet leren spelen/zingen? Probeer dit op te breken in: voorbereiden, bestuderen, uitwerken 7 leren.

2) Hoe pak je een passage aan in een lied of stuk, die je niet in je hoofd krijgt? Hoe breek je de passage op?

3) Hoe bereid je je voor op een concert? Welke manier gebruik je om voorbereid een set of concert te kunnen spelen? Hoe organiseer je je daarin?

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *