opdrachten module 6 – Vorming, Theorie in Praktijk

1

Lespraktijk I: hoe werkt die van jou? Hoe zien je voorbeelden eruit?

De V van….Vorming, vaardigheid, vrijheid, veiligheid, visie, visueel, vingervlug, verwachting, volume, vooroordelen…

In de volgende opdrachten ga je heel erg concreet werken aan de invulling van je eigen lespraktijk. Van plek waar je zit tot aan de manier waarop je je profileert en neerzet in het veld van de vrije muziekdocenten.

Je hebt een aantal punten verzameld in de afgelopen modules. Nu wordt het tijd om te beginnen met de inrichting van jouw lespraktijk. Enerzijds praktisch: wat is je signatuur, hoe zien je voorbeelden eruit en welke formats gebruik je? Werk je merendeel digitaal of met potlood en papier? Of wil je best of both – dus een digitale archiefbank en ook de papieren versies van alles paraat?

2

Opdracht Lespraktijk

De fysieke plek van lesgeven:

  • Bepaal de plek van jassen, tassen, stoelen, instrumenten, lessenaar, tafeltje, lesmaterialen, boeken, pennen, papier etc
  • Waar haal je koffie, water thee vandaan. Is alles in huis? Schone wc?
  • Waar is stroom? Heb je een werkende installatie? Liefst ook wifi en alle ipad / tablet en mobiele opladers paraat.

De lesvoorbereidingen:

  • Hoe ga je je lesmateriaal organiseren? Alles op papier? Alles digitaal? Hoe komen leerlingen aan hun materiaal? Heb je een dropbox die je deelt? Ga je alles printen? Neem je de lessen op?
  • Bedenk of je digitaal of op papier wilt werken. Beiden kan, het is slim om daar een keuze in te maken.
  • Hoe orden je je lesopzetten en lesmaterialen? Per leerling? Per groep?
  • Waar hou je bij welk materiaal je gehad hebt en welk niet? Ga jij huiswerk bijhouden of doen de leerlingen dat?

Je eigen signatuur:

  • Hoe herkennen de leerlingen jouw lesmateriaal? Heb je kleurcodes? Hoe wil je dat zij hun spullen ordenen? Wat moeten ze steeds mee nemen? Alles?
  • Heb jij een logo waarmee je de spullen kan waarmerken? Mogen leerlingen spullen sharen?
  • Wil je werken met een digitale leeromgeving?

Je eigen leerpunten:

Lesgeven en leren zijn twee fenomenen die wederkerig werken. Wanneer jij een leerling lesgeeft is er op zeker ook een moment, dat de leerling jou iets leert en meegeeft. Of je ervoor open staat, dat is aan jou.

Kleine tussenopdracht:

Ga relaxt zitten, sluit je ogen en bedenk eens of er punten zijn waar je onzeker over bent. Zijn er onderdelen die je zenuwachtig maken als je daarover les moet geven? Schrijf ze op. Neem ze mee als reisdoelen. Deel ze in in categorieen: Vorming? Is het een onderdeel wat je kan terugzoeken in je studieboeken? Ken je iemand die op dat vlak excellent is? Heb je gewoon nog geen tijd gehad om dit te studeren? Improviseren? Wil je iets kunnen wat je nooit eerder bereikte? Stukken? Is er een lievelingsstuk waar je nooit aan toe kwam?

Maak voor jezelf een leerplan. Kies drie punten: een uit Vorming, een uit Improvisatie en een uit Stukken. Het helpt je om zelf met een koers de dagelijkse lespraktijk door te werken.

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *