opdrachten module 8 – Lespraktijk II hoe werkt het bij jou?

1

Lespraktijk II: hoe werkt jouw lespraktijk?

In module 6 heb je reeds gewerkt aan de vormgeving van jou lespraktijk. Nu gaan we de diepte in met verder uitwerken van de materialen.

Voorbereiding:

· Overzicht van je lesmateriaal. Dus dat je weet welke etudes je in huis hebt, welke methodes, welke bladmuziek, welke verzamelbundels etc.

Kijk kritisch. Overweeg of je wat hebt aan de bladmuziek die er ligt. Als je etudes hebt die je nuttig lijken, maar niet inspirerend, kijk dan of je daar zelf verandering in kan aanbrengen. Is er iets te verbeteren door ze bijvoorbeeld poppie uit te voeren? Of kan je iets doen met een andere begeleiding eronder spelen? Liever weinig goed, concreet en deugdelijk materiaal dan spullen die niet inspireren!

​Als je ziet dat je spullen mist, maak dan een lijstje. Ga op zoek bij je con-cullega’s, loop naar de bieb of de bieb van je conservatorium en vul later de hiaten aan.

Uiteraard is er ook nog zoiets als nuttige pagina’s op het web 😉 Hieronder een paar voorbeelden die gratis zijn, enkel een aanmelding van je vragen waar je kan shoppen en grasduinen.

Free sheet music, wel even aanmelden 8 Notes

Free Scores ook even aanmelden

Gratis ook Nederlandse cultuur als Sinterklaas etc

Goede gelegenheid om je boekenkast eens even strak te trekken en al die papieren bakken met blaadjes te ordenen.

Overzicht van je lesaanbod.

Wat ga je precies geven? 1 op 1 les? Groepsles? Welk vak precies? Is het alleen zang? Of is het zang en presentatie? Geef je viool als basis, maar eigenlijk Latin georienteerd? Ben je een popmusicus? Laat dat dan terug komen in je signatuur!

2

Lesvoorbeelden en eigen les-mallen…Introductielessen en introductieformulieren

Introductieformulier & Introductielessen

Maak een verzameling van gegevens die jij belangrijk vindt om te weten uit welke context je leerling komt. Suggesties:

Muzikaal gezin? Muziekvoorkeur? Eerder les gehad? Waarom wil je een instrument spelen? Wat is je doel met het onderwerp notenlezen? Wat wil je kunnen na een jaar? Verjaardag? Telefoonnummer, factuuradres, emailadres, facebook? Welk instrument? Frequentie van de les? 

Al deze gegevens horen thuis in een introductieformulier. 

· Zet de vragen en de ruimte voor de gegevens om in een introductieformuler. Bedenk of je dat digitaal wilt of op papier. 

· Bekijk de vragen nog eens en creeer een kinder-, adolescent- en volwassen versie.

Je zult waarschijnlijk een heleboel introductielessen verzorgen om kennis te maken met je aanstormend talent. Het is dus nuttig om die te standaardiseren.

Creeer nu drie lesopzetten. Een voor beginners, een voor mediate en een voor gevorderden. Kies je ideale leerling die je in de bonusopdracht hebt gevonden als uitgangspunt.

De vorm van de les is uiteraard volgens het VIS model: Vorming, Improvisatie, Stukken. Dat betekent ca. 9 elementen in de les.

1 klokuur = >>> VIS_Vorming Improvisatie Spelen

    • 20 minuten = 3 opdrachten Vorming + huiswerk noteren
  • 20 minuten = 3 opdrachten Improvisatie + huiswerk noteren
  • 20 minuten = 3 opdrachten Stukken + huiswerk noteren

Aan het einde van de les: herhalen Huiswerk voor de leerling.

Voor jezelf: opschrijven wat je moet uitzoeken en/of op orde maken.

3

Huiswerk…Hoe stimuleer je je leerlingen?

In Brazilië leren kinderen vanaf 4 jaar dat ze huiswerk moeten maken. In Nederland niet. Dat betekent dat je wanneer je jonge kinderen onder je hoede hebt, dat JIJ degene bent die het fenomeen (th)huiswerk gaat introduceren. Laat je niiet afschrikken, het duurt c.a. een jaar voordat kinderen snappen wat dat is. En hoe het precies werkt. Een grote opgave dus voor ouders, leerling en docent om hiermee om te leren gaan.

Vorming, Improviseren en Spelen als huiswerkleidraad – de theorie

De drie leselementen van VIS geven ook de structuur voor het huiswerk. Want dat er thuis geoefend moet worden staat buiten kijf. De truc zit hem in de regelmaat van elke dag studeren in plaats van de lengte van het studeren. Ik hoor de kinderstemmen in mijn hoofd du moment ik dit opschrijf: “Juf, moet ik ook studeren als….opa jarig is, ik geen zin heb, de auto het niet doet, ik ga spelen bij een vriendje, ik een kinderfeestje heb, ik naar hockeytraining moet, ik het eigenlijk al kan, ik geen zin heb…???”

Het antwoord luidt helder en duidelijk: “Ja!” Geen mits en geen maar. Er is één reden waarom je niet studeert en er is één reden waarom je niet op les komt. Dat is als je ziek in bed ligt! En dan gaan ze weer: “Ook als de kat dood is? Als mijn opa in het ziekenhuis ligt? Als de buurvrouw een ongeluk heeft?” Een blik, met een tegenvraag: “Wat denk je zelf?“ is meestal voldoende om helder te maken hoe het zit. En dan is het natuurlijk aan jou als docent om consequent te vragen naar het huiswerk, om verder te werken aan het patroon dat je spint in de les om de leerling in de goede richting te krijgen.

Wat is nu cruciaal bij huiswerk?

  • Dat de leerling snapt wat de verwachtingen zijn die je hebt
  •  Dat de opdracht helder is.

Eigenlijk kom je bij alle redenen waarom een leerling zijn werk niet gedaan heeft uit bij ene van de twee bovenstaande punten. En nu hoor ik ze gaan die gedachten:

  • Maar heel veel kinderen zijn lui!
  • Ze weten niet meer wat dat is, huiswerk maken!
  • Ze hebben geen zin erin, ze klooien maar wat aan!
  • Ongemotiveerd en ongeïnteresseerd zijn ze, die jongeren van nu en vandaag…
  • Waarom zou ik me aanpassen? Ik doe het al 30 jaar zo met dat lesgeven, ging altijd goed…
  • Ik ben een strenge leraar/ Leerlingen moeten snappen dat ze er wat voor moeten doen…

Ik ga ze stuk voor stuk tackelen. Die mooie eeuwige heilig huisjes die hierboven staan. 

  • Kinderen zijn niet lui. Vaak ben jij als muziek-educator een van de eersten en een van de weinigen die om dagelijkse inzet vraagt. Om beter te worden in het vak. En er zijn niet zoveel vakken meer vandaag de dag waar kinderen mee geconfronteerd worden waarbij dagelijkse training een must is.
  • Het klopt dat veel kinderen niet weten hoe ze huiswerk moeten maken. Dat hebben ze simpelweg nog niet geleerd. En als jij de eerste bent die dit met ze aangaat, prijs je dan gelukkig, je kan zo een weg bewandelen waarbij je een kind zoiets waardevols meegeeft voor de rest van zijn leven. Alles wat je via de VIS methode meegeeft is om te zetten naar de schoolsetting of studie erna die volgt. 
  • Als je niet weet hoe je huiswerk moet maken, dan klooi je maar wat aan. Als je instructies niet duidelijk en helder en strak zijn, dan is het niet bevredigend en prettig om huiswerk te maken, omdat je niet weet wat je moet doen. En dan eindig je dus in gerotzooi en geklooi. Need I say more 😉 
  • Ongeïnteresseerd en ongemotiveerd…Zo zou je klooi gedrag in huiswerk kunnen interpreteren. Maar vaak blijkt dat de jongens en meisjes juist enorm geïnteresseerd en gemotiveerd zijn. Ik heb jongeren in de praktijk gehad die complete modellen ontwikkeld hadden met uitvouwbare vellen papier om op te schrijven welke noten ze speelden…En veelal is een ongemotiveerde houding een verschuilen achter het eigenlijk niet weten, en dus onzekerheid. 
  • Als je niet beried zou zijn om een en ander aan te passen in de wijze waarop je lesgeeft, zou je hier niet zijn en deze cursus niet volgen. Bovendien getuigt het van een groot lef en inzicht als je bereid bent zelf je lesgeef plannen en strategieën nog eens om te gooien. Je stelt jezelf kwetsbaar op, je wordt zelf weer leerder. Dat schept een band met je leerling. 
  • Ik heb nooit gezegd dat je niet streng kunt of mag zijn. En het is absoluut een gegeven dat een instrument je niet vanzelf komt aanvliegen. Niemand niet. Dus hier zijn we het volledig over eens. Streng betekent mijns inziens dat je consequent bent in wat je vraagt. Dat je ook streng en gedisciplineerd bent naar jezelf toe in de lesvoorbereidingen en het op orde hebben van je spullen. En dat mag je absoluut vragen van je leerling. 

Well, now we’ve settled all that……Laten we doorgaan naar het fenomeen huiswerk en instructie. 

4

Huiswerk en instructie

​Hieronder geef ik twee voorbeelden van huiswerkopdrachten: 

  • VORMINGSOPDRACHT: Toonladder van C over twee octaven op en neer oefenen. Met de RH (Rechter Hand) en de LH (Linker Hand) apart en samen. In langzaam tempo, in medium tempo en wel foutloos drie keer achter elkaar kunnen spelen.
  • IMPROVISATIE OPDRACHT: Zing een improvisatie over de canon “Heyo spannt den Wagen an” [1] vier keer achter elkaar. De eerste keer zoals het is aangeleerd, de tweede keer de noten langer en korter maken, de derde keer de eindjes van de zinnetjes veranderen, de vierde keer helemaal vrij improviseren 

Waarom zo specifiek? Omdat het alleen maar prettig, uitdagend, bevredigend en plezierig is om een opdracht te doen als je snapt hoe die moet! En omdat in de lesmethode drie energieniveaus van concentratie worden aangeleerd, komen die ook terug bij het betreffende huiswerk! Een toonladder foutloos leren spelen, is iets anders dan vrijelijk ‘flowen’ over een canon… en dat verschil moet je expliciteren.

En hoe zit het met de kinderen die geen huiswerk gemaakt hebben?

>>> Het allerbelangrijkst is dat ze dat durven te zeggen! <<<

En dan beloon je die eerlijkheid met een liefdevolle opmerking en niet met een sneer. Het gaat er immers om dat kinderen intrinsiek en authentiek aan opdrachten leren werken en studeren. Ik verdedig dan ook de mening dat kinderen het beste leren wanneer zij zich veilig voelen, wanneer zij durven aan te geven dat een opdracht niet helder was. Hierbij spelen oprechtheid en eerlijkheid een belangrijke rol. Een kind heeft recht op een emotioneel en sociaal stevige en veilige omgeving. Ik ben dus wars van angstaanjagende straffen als methodiek om kinderen aan het werk te krijgen.

Je leerlingen zijn een gouden spiegel voor jou als docent, Wanneer je je durft te openen en hun kritiek durft aan te nemen, wordt een veilige setting gecreëerd, die door niets te evenaren valt…Niet altijd even leuk, wel zeer nuttig en leerzaam!

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *