opdrachten module 9 – Spelen in de Praktijk

1

OPDRACHTEN Module 9 

SPELEN: Da Works – Wat verstaan we hieronder?

de S….Van….Samen – ‘swing’ – stuk – spel – ‘singin’ – sociaal – simpel – ‘soulful’ – super – snel

Het Spelenderwijs Aanleren

En daar gaan we dan: Youtube staat paraat, het voorbeeld is in noten of geluidsfragment tevoorschijn getoverd en dan wordt ook hier eerst gekeken en gepraat. Waar gaat het over? Hoe zit het stuk in elkaar? Welk patroon is herkenbaar? Zijn er herhalingen? We werken top down: van groot naar kleiner en meer in detail kijken naar het stuk. Bij melodielijnen is het aangebracht om zinnen voor te zingen en na te laten doen. Ook bij het aanleren van het stuk komt het VIS-formaat terug.

Vorming: welke elementen moet je nog leren, studeren en uiteindelijk kunnen om tot een goede presentatie te komen op dit moment?

Improvisatie: ga uitzoeken en uitproberen hoe je het stuk je eigen maakt. Zing en speel het in verschillende stijlen, groove erop los, maak het je speels eigen en zoek naar jouw kleur in het stuk. Plak er jouw etiket en signatuur op zodat je een authentiek geluid produceert, maakt niet uit op welk instrument. Zorg in ieder geval dat jij te horen bent, dat je geen copy-cat wordt.

Spelen: Heb je lekker gespeeld en je vrij gevoeld? Heb je de technische vaardigheden uit het vormingsonderdeel omgezet naar jouw hand? Dan wordt het tijd om te gaan werken aan de uitvoering!

De uitvoering

Spelen maar, het voorbereidende werk is klaar! De teksten en noten ziin geramd, de inzetten worden gekend. Je weet waar de noten vandaan komen, het is bekend wie op welke plek wat musiceert. En dan nu: applaus! Dames en heren: de podiumpresentatie. Om goed te kunnen presenteren, zijn een aantal facetten van groot belang:

Organisatie & Logistiek: Zijn je spullen op orde? Is je map klaar met je papieren en noten erin? Dit mentale geheugensteuntje blijft bij de uitvoering in de kleedkamer. Maar ook: waar sta je? Welke spullen heb je nodig? Wie zet je microfoon klaar? Wat zeg je? Of zeg je niets? Wie zet het stuk in?

Memoriseren: Ken je alles uit je hoofd? Goed concerteren doe je namelijk uit je hoofd. En daarom zijn de leerstijlen zo belangrijk: hoe bereik je dat iemand zijn partij daadwerkelijk door en door beheerst? Uit je hoofd je partijen kennen betekend namelijk muzikale vrijheid. Vrijheid in spel, in projectie, in invulling van de film in je hoofd op de ‘vierde wand’. Deze term uit de dramaturgie gebruik ik om de artiest uit te dagen een spannend verhaal te bedenken en uit dragen in de uitvoering. Wanneer je een ballade zingt en tegelijk aan je boodschappenlijstje denkt, heeft dat een ander effect dan wanneer je met de warmte van een bak kouwe patat een solo van een miljoen noten losroffelt. Beide metaforen zijn niet ideaal. Het verhaal dient te kloppen! Dus graag een doordacht en doorwrongen concept maken voor je het toneel op gaat, ook als je acht jaar oud bent en slechts een ‘liedje gaat zingen’.

Timing: Een podiumpresentatie is een temporele aangelegenheid. Ze heeft een kop, een midden en een einde. En ze begint in stilte en eindigt in stilte. Maak helder en duidelijk voor jezelf hoe je de presentatie neerzet. Waar kijk je naar? Hoe eindigt het? Al deze elementen samen zorgen voor controle. En controle geeft zekerheid.

Faalangst en optreden: Het is soms eng om ergens voor te gaan staan, en ergens voor te gaan zingen is nog enger. Gelukkig zijn er mentale trucs om je faalangst onder controle te brengen. Ten eerste dien je natuurlijk je huiswerk gedaan te hebben. Ken je tekst, weet je cue’s, zorg voor gestemd materiaal, check je geluidssetje en trek je mooiste kleertjes aan. Dan gaat faalangst over – als het goed is – in een gezonde portie zenuwachtigheid als trigger voor je concentratie.

‘Go with the Flow’: Ieder optreden kent een eigen geheime agenda. Je weet en kent hem niet tot je erin zit. Wanneer het optreden loopt, dan loopt het. Het is een van de allerbelangrijkste zaken dat je mee gaat met de flowLaat je meenemen in het oneindige gevoel van tijdloosheid als je speelt en communiceert met je publiek. Dat betekent een grote inzet van en naar jezelf: heb vertrouwen in jezelf. Schrik niet van een fout, speel door. Accepteer dat een uitvoering komt zoals die komt en dat deze goed is. Spreek met jezelf af dat je laat zien en horen wat je op dat moment in huis hebt aan kennis, kunde, energie, muzikaliteit. Ieder optreden is en blijft uniek. Hoe gestroomlijnd en gesmeerd en gecued en geolied de machine ook is. Contact met je innerlijk, met jouw kern, met de ideeën en wensen die je op dat moment meeneemt, dat is wat we graag willen beleven en meemaken als we naar jou luisteren. Anders gaat de magie verloren…

2

Spelen – Oefeningen om de uitvoering voor te bereiden

Hoe bereid je nu de uitvoering voor? Een stukje theatertechniek voor je aan het werk. 

Naast dat je natuurlijk ervoor zorgt dat je noten en tekst geramd zitten, daar ga ik voor nu vanuit, is er een totaal andere aanpak waarmee je je kunt voorbereiden. Voorbereiden op een concert, al is het maar tussen de schuifdeuren van opa en oma, ​of in de studio van je juf of meester. 

Hoe kun je naast die notengoochelarij nu een performance nog verder voorbereiden? Door het meest powervolle deel van je lichaam in te zetten wat je meegekregen hebt: je mind.

Voorbereiden met hulp van associaties kun je doen op meerdere manieren. Laten we beginnen bij het begin: de locatie. 

Stel jezelf de volgende waslijst aan vragen ​over je performance. Deze gaan over logistieke, ruimtelijke, organisatorische punten: 

  • Wat heb je aan? 
  • Waar sta je? hoe kom je op? 
  • Waar haal je je beginnoot vandaan als je gaat zingen? 
  • Waar staat je microfoon, je instrument? Waar haal je dat op? 
  • Hoe kom je op het podium?
  • Waar ga je af? Is er ruimte voor ontvangen van je applaus? 
  • Waar leg je de microfoon weer neer? Moet je iets meenemen? Wegleggen? 

Nu nog zo een vragenlijst, die gaat over de inhoud van je presentatie!

  • Waarover gaat je stuk? Wat is de eerste gedachte die je wilt neerzetten? 
  • Waar kijk je naar als het begint? 
  • Wie geeft aan dat het begint? Jij? De orkestband? De band? Het orkest? Je begeleider?
  • Wat is je verhaal? Heb je het in filmische plaatjes compleet in je hoofd? 

Laatste checklist voor als het echt zover is. 

  • Begin niet voor je in je hoofd duidelijk het ritme en de beginnoot hoort van het stuk.
  • Neem de tijd om stilte op te eisen. Laat het stil worden.
  • Maak jezelf eerst klein in gedachten en dan groot. Raak je publiek aan – verbeeld je dat je contact hebt. 
  • Geniet van het moment. Probeer je innerlijke criticus naar de maan te sturen zodat je lekker kunt genieten en musiceren.
  • Hou in gedachten, dat het een cadeau is wat je aan een ander geeft door te presenteren. Geef gul, met liefde, wees niet bang. 

En dan nog voor erna: 

  • Kraak jezelf niet af. Ga geen discussies aan over puntje zus en nootje zo had dit of dat gekund…Dat kan allemaal later. 
  • Neem complimenten met een dank je wel in ontvangst. En geniet ervan. Het is voor jou!
  • Durf te stralen in de aandacht die voor jou is!

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *